Eén van de oudste hospitalen van Europa! Een statig en authentiek architecturaal geheel. Een plek vol emoties ook, en duizend facetten om te ontdekken: zijn barokke kapel, de kruisgang, zijn tuinen, ziekenzaal, klooster… Een oord vol betovering waar zorg voor ziel en lichaam onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn…
De kloostergang van het Hospitaal wordt gekenmerkt door een verbazingwekkende architecturale eenheid, als je bedenkt dat de bouw ervan over bijna vier eeuwen is gespreid. De configuratie van het huidige Hospitaal resulteert inderdaad uit een langzame evolutie. In de 13e eeuw vertoonde het Hospitaal een L-vorm, die de huidige zuid- en oostvleugel omvatte. Beide delen werden opgetrokken in de voor die tijd modieuze gotiek.
De noord- en westvleugel werden pas in de loop van de 16e en 17e eeuw toegevoegd, zodat toen het centrale, vierhoekige hoofdgebouw tot stand kwam. Omwille van de harmonie met de bestaande vleugels werd ook voor de latere galerieën de gotiek geadopteerd.
Hoewel de monastieke of canonieke kruisgangen traditioneel de vorm aannemen van een vierhoek die gevormd wordt door overdekte galerieën met open arcaden, vertoont het klooster van Lessines een bijzonderheid, doordat het omsloten is door galerieën met arcades die door glas-in-loodramen zijn afgesloten. De oorspronkelijke, wellicht versierde glasramen werden door Franse revolutionairen vernield.
Na de Franse Revolutie wordt het Hospitaal omgedoopt tot “Hospice civil de la Rose”. De laïcisering van de oude gasthuizen is in volle gang. Nochtans beperken de antiklerikale maatregelen zich niet tot een naamsverandering van de instellingen. In de meerderheid van de hospitalen worden alle instrumenten en benodigdheden voor de eredienst weggehaald. Kruisbeelden en klokken verdwijnen, de kapellen worden buiten gebruik gesteld en de liturgische ornamenten doorverkocht.
Een document uit het archief brengt een grappig getuigenis. Toen de “Commission administrative des hospices civils” iemand opgedragen had alle religieuze symbolen, waaronder het kruis op de klokkentoren, uit het hospitaal te verwijderen, trachtten kinderen hem dit te beletten door hem met spiegels te verblinden.
Reeds van bij de stichting heeft het Hospitaal mogen genieten van talrijke schenkingen bewerkbare gronden, weiden en bossen. Daardoor zal het Hospitaal in het bezit komen van meer dan vierhonderd vijftig hectaren, verspreid over Henegouwen, Vlaanderen en zelfs in de Thiérache streek. Tot het domein behoorden eveneens verscheidene boerderijen. Deze laatste voorzagen de kloosterzusters en de zieken van voedingsmiddelen en eten. Het Gasthuis van Lessines functioneerde dus volledig autarkisch, zelfbedruipend zoals de kloosters en abdijen van vroeger.
De huidige hoevegebouwen dateren uit de 17e eeuw. Ze werden tijdens het prioraat van de zusters Sergeant en Herwecq gebouwd. Ze bestaan uit de stallingen, de paardenstallen en centraal de prachtige duiventoren – toen werd het belang van die boerderijen o.a. gemeten aan de grootsheid van hun duivenhuis. De band die de hoeve met het Hospitaal verbindt, bestaat vandaag nog concreet in de vorm van de brug over de Dender die de verbinding tussen beide gebouwen verzekert. De laatste pachter van het Hospitaal is in 1990 met pensioen gegaan.
Het is pas in de 19e eeuw dat de zieken toegang kregen tot het binnenhof. Toen raadden de dokters hun patiënten aan een buitenluchtje te scheppen, wanneer hun gezondheid dat toeliet. Het binnenhof is ommuurd door verscheidene gebouwen die nauw verbonden zijn met de geschiedenis van het Hospitaal.
Een aantal funderingen van de huidige receptiehal gaan terug tot het ontstaan van het Hospitaal in de 13e eeuw dat toen een washuis omvatte naast een zaal voor de verzorging van soldaten en een gasthuis voor “oude vrouwen”. De statige boom midden in het binnenhof is een linde met kleine blaadjes die in 1880 aangeplant werd naar aanleiding van het vijftigjarig jubileum van de Belgische onafhankelijkheid.
De kruisgang dient niet enkel voor de verplaatsingen van de zusters. De sereniteit die zowel van die kloostergang als van zijn binnentuin uitgaat, herinnert eraan dat deze ruimte ontworpen werd als locatie voor gebed, meditatie en communicatie van de kloosterzusters. Dit deel van het klooster dat exclusief voor de zusters bestemd was –het publiek had enkel toegang tot kapel en ontvangstkamer – evoceert het isolement, de zelfopoffering en de verzaking, maar ook, precies dankzij deze binnentuin, de opening naar de hemel
Op die manier zijn de zusters ook naar het door Christus aangekondigde Koninkrijk gericht. De zusters zijn circa 1530 met de reconstructie van de kloostergang begonnen, maar ze was pas in 1710 voltooid. Bijna twee eeuwen werken en toch werd een mooie harmonie bereikt, zowel qua stijl (laatgotiek) als op het vlak van de gekozen materialen (baksteen, witte zandsteen en arduin).